Deurtje open, deurtje dicht. En wel dicht blijven als de wind er vat op krijgt. Hoe werd dat vroeger opgelost? Met een deurkruk ofwel een deurklink. Dit deurbeslag is nu een paar eeuwen oud. Maar dat betekende niet dat het in de oudheid de wind was die de deur in beweging kreeg. De Oud-Egyptische deuren waren niet eens bedoeld om levenden tot passage te dienen. Dit waren schijndeuren met nep deurklinken of sloten. Waarschijnlijk waren het symbolische deuren die, eenmaal geopend, toegang gaven tot de onderwereld.
Romeinse opmars
Ook de Romeinen hadden al deurbeslag maar dan veelal alleen voor de voordeur. Ze gebruikten ringen als deurbeslag zodat je er ook mee aan kon kloppen. Het zijn de Romeinen geweest die in hun veroverings- en kolonisering drang het deurbeslag mee hebben genomen door bijna heel Europa. In de middeleeuwen kreeg het beslag versieringen en ornamenten. Pas ergens in de 17e eeuw begon de opmars van de moderne deurkruk.
Hof en gegoede burgerij vragen om gedecoreerde deurklinken
In die tijd waren smeedijzeren deurkrukken helemaal ‘in’. Maar er kwam nog iets bij. Klinken waarmee je deuren kon bedienen maar ook op slot kon zetten. Ook deze kregen een gietijzeren uitvoering. De echte deurkruk was daarmee geboren. In de 18e eeuw was in delen van Europa (o.a. Frankrijk) een welstand aan het opkomen. Rijke burgers die grotere huizen bestelden. Met meer deuren. Die ook op slot moesten om de schatten in de kamers te bewaken. De klinken kregen rijke versieringen in stijlen die die tijd in zwang waren zoals barok en rococo.
Een nieuw land vol schoorstenen
Tot dan waren deurklinken alleen weggelegd voor de rijken. Ze kosten per stuk ook een vermogen. Maar in de 18e eeuw kwam de industriële revolutie letterlijk en figuurlijk op stoom en konden massaproducten uit de eerste fabriekjes rollen. Er kwamen veel meer klinken en voor veel lagere prijzen. Versierd werden ze nog steeds, maar nu vrij goedkoop want op machinale wijze. De grove klinken werden nu deurhendels. In de 20e eeuw kregen architecten en ontwerpers steeds meer oog voor de deurkruk. Zij waren niet echt weg van de in hun ogen te rijkelijke versiering en koersten naar versobering. Zo verstrakten de deurklinken en kregen ze eenvoudige lijnen. Ze kregen met andere woorden meer industrieel karakter. Natuurlijk kregen kunststromingen toch ook weer vat op de klink-ontwerpen. Daar hebben we schitterende exemplaren in art deco stijl en bauhaus stijl aan te danken.
Op naar de moderne deurklinken
De deurklink is al heel wat eeuwen een ‘huwelijk’ aangegaan met het deurslot. In Oud-Egyptische tijden waren dat nog schijnsloten. In de 20e eeuw bedacht Walter Schlage een slotmechanisme dat eruitzag als een geboord cilinderslot; een innovatie, vergeleken met het gewone cilinderslot. En in de toekomst zal de deurklink weer mee veranderen met de eisen van de tijd. Er zijn nu al klinken waar je met je elleboog tegen aan kunt duwen om de deur te openen. Zijdelings een gevolg ook van corona, zodat je niet je vingers meer met die van een ander hoeft te delen op een deurklink. Goede deurklinken zullen echter altijd nodig zijn want de deur is en blijft een noodzakelijke barricade die huis en haard dient te beschermen. En open mag voor je naasten en je gasten.